blogs

herfst

 

Goedemorgen
Ik word wakker.
Mijn raam staat half open.
Het is mooi zacht herfstweer.
Een koele bries waait tussen de gordijnen door en laat de bomen in vlagen ruisen.
Vogeltjes ritselen hun weg tussen de gevallen bladeren.
Ik verkeer in niemandsland, heb heerlijk geslapen en geniet nog even van mijn zachte warme bed.
Het schemerlicht kondigt een nieuwe morgen aan.
De belofte van een prachtige dag. 

Ook mijn hersenen worden wakker en proberen langzaam informatie te verzamelen over welke dag het is, wat ik vandaag moet doen en wat er speelt in mijn leven.

Boos
Dan herinner ik me vaag een boosheid.
Een beetje traag nog kruipen mijn gedachten terug in de tijd.
Er was iets. Het was niet fijn. Waarom was ik ook alweer boos?

En in plaats van dat ik in het vredige moment blijf, in de openheid van de vroege ochtend, gaan mijn hersenen driftig op zoek naar de reden voor mijn boosheid en navigeren ze naar dat vervelende moment van de vorige dag.

Hier moet ik meer van weten. Wat is er gebeurd? Op wie was ik boos? Laat me even nadenken.
Ik draai mijn rug naar het open raam en herinner me dat die ander iets had gezegd of gedaan wat me had gekwetst.
Dat was het! Nu weet ik het weer!
Mijn gedachten wroeten verder in het verleden en halen alle details van de onenigheid van gisteren naar boven.

Emoties
En onmiddellijk volgen ook weer de emoties van de vorige dag.
Ik voel irritatie, verontwaardiging, vijandigheid, ..
De ene emotie roept de andere op.

Ik ben niet meer te houden en open de deur voor nóg meer negatieve emoties. Stukje bij beetje druppelen ze binnen..
Kijk, daar hebben we dat licht depressieve gevoel, die zwaarmoedigheid, een stukje wantrouwen en mijn grote vriend zelfmedelijden.
Welkom! Welkom! Ik was jullie even vergeten.

Gedachten
Ik ga rechtop in bed zitten en duik nog eens stevig in het verhaal van gisteren.
Ik speel de film verschillende keren opnieuw af in mijn hoofd en focus op het onrecht dat me is aangedaan.

Om het verhaal wat meer kracht bij te zetten besluit ik dit niet als een losstaande gebeurtenis te zien, trek ik het breder en formuleer ik zinnen met woorden als ‘altijd’ en ‘nooit’.
‘De ander behandelt me altijd zo’, ‘Ik krijg nooit het respect dat ik verdien’.

En ik laat die gedachten niet meer los. Ik wentel me erin.
Ik bedenk waarom ik gelijk heb, zet voor mezelf alles scherp op een rij en vel een sluitend oordeel over de ander.

De rust en de vrede van het eerste moment van die dag laat ik achter me en in plaats van aandacht te geven aan gedachten die fijne emoties oproepen of mijn hoofd vrij te houden voor de zoete stilte waarin ik gewoon ben wie ik ben los van deze poppenkast, kies ik ervoor om mijn negatieve gedachten voorrang te geven.

Rede
Omdat ik gelukskunstenaar ben en veel zelfinzicht heb, zie ik natuurlijk glashelder dat ik dit doe. Maar mijn volmaakt gezonde verstand neemt onmiddellijk het roer over en legt overtuigend uit waarom ik deze boosheid niet zomaar kan laten gaan.

Ik vertel mezelf dat ik wil leren voor mezelf op te komen. Dat ik hier uiteindelijk een beter mens van ga worden. Dat er een betere situatie zal ontstaan als ik de ander duidelijk maak hoe deze met mij om moet gaan en hoe vooral niet.
Als de ander zich wat meer aanpast aan mij en wat meer rekening houdt met mijn gevoelens, zal ik overwegen om mijn boosheid los te laten.
Dat vind ik heel redelijk klinken van mezelf.

Op pad met boosheid
En dus neem ik mijn boosheid mee de dag in.
Ik sta op, trek mijn slachtofferpak aan, zet mijn slachtoffergezicht op met van die terneergeslagen ogen en ik neem me voor de ander vandaag met gelijke munt te betalen.

Nu hoor ik je denken:
‘Waar ben je in hemelsnaam mee bezig?
Zet je erover heen. Dit levert jou niks op. Open je ogen en kijk om je heen. Richt je op de mooie dingen van het leven. Hier word je niet gelukkig van.’

Argumenten
Maar je snapt het niet.
Ik heb steengoede argumenten voor mijn boosheid.
Die ander ziet me namelijk niet staan en waardeert me niet.
En wat gebeurt er als ik niks doe met mijn boosheid? Dan leert de ander er niks van.
En is het niet mijn taak om de ander wat te leren? Over vriendschap en over respect?
Mag ik dan niet mijn eigen grenzen aangeven?

En wat blijft er van me over als ik dat niet doe? Wie ben ik als ik dat niet doe? Als ik niet aan anderen duidelijk maak wat ik wel en niet wil? Als ik alles, mijn mening, mijn verwachtingen, mijn verlangens, als ik dat allemaal loslaat?

Vrij
‘Misschien blijf jij dan alleen over’ hoor ik je zeggen. ‘Gewoon hoe je bent zonder gedoe. Misschien ben je dan vrij, zie je de kleuren van de herfst en het zonlicht dat ze doet schitteren.
Misschien ontspan je dan en voel je vreugde. Misschien zie je dan de onschuld in de ander, die net als jij ook een verhaal heeft opgetuigd deze ochtend.’

Ik moet toegeven dat het goed voelt als je dat zegt.
Het lijkt alsof het zonnetje iets harder gaat schijnen als ik dit toelaat, ook al spartelt mijn verstand tegen.
Maar wie weet heb je gelijk als je zegt dat mijn verstand niet het meeste verstand heeft van gelukskwesties.

Voor welke gedachten kies jij dan als je ’s morgens opstaat?
Hoe gezond is jouw gezonde verstand?
Welke gevoelens neem jij mee de dag in?
En wie krijgt van jou de leiding? Je hoofd of je hart?